Gedragscode
1. Leden dienen hun honden op zodanige
wijze te houden dat het welzijn van de honden zo goed mogelijk wordt verzekerd.
Verwaarlozing, uitbuiting en wreedheid kan nimmer worden geaccepteerd. Alle
gedragingen dienen gericht te zijn op het belang van het individuele
dier, alsook op dat van het ras.
2. De fokkerij dient gericht te zijn op
de instandhouding en/of verbetering van de kwaliteit van het ras. Men
dient niet te fokken met honden die duidelijke tekortkomingen vertonen.
3. Er mag uitsluitend met geestelijk en
lichamelijk gezonde teven worden gefokt. Gelet op haar conditie, geldt
voor de teef dat haar welzijn niet aanzienlijk
zal worden benadeeld door dracht, geboorte en zoogperiode. Met betrekking
tot leeftijd en aantal nesten van de teef
gelden de afspraken
die in het verenigingsfokreglement zijn vast
gelegd.
4. Er mag uitsluitend met geestelijk en
lichamelijk gezonde reuen worden gefokt. Eigenaren van een reu dienen
dekkingen te weigeren voor teven die niet voldoen aan punt 2 en/of 3.
5. Een combinatie waaruit bewezen
erfelijke afwijkingen zijn voortgekomen, in de vorm van erfelijke afwijkingen , mag niet worden herhaald.
6. Bij aflevering dienen de pups gezond
en goed gesocialiseerd te zijn, ontwormd en geënt en een leeftijd van
minimaal 9 weken te hebben bereikt. Voor die tijd dienen de pups niet
gescheiden te worden van hun (gezonde) moeder.
7. Pups met enig lichamelijk gebrek
en/of een duidelijke afwijking van de standaard behoren niet te worden
verkocht zonder dat de koper volledig van dit gebrek of deze afwijking
schriftelijk op de hoogte is gesteld.
8. De fokkers moeten de kopers erop
wijzen dat zij bij problemen contact dienen op te nemen met de fokker van
hun pup.
9. Het niet naleven van de Gedragscode kan
leiden tot sancties, desnoods tot beëindiging van het lidmaatschap. Het bestuur
beslist over deze sancties.
Terug
|